We lezen verhalen over het volk Israël wat zichzelf tegenkomt in de woestijn, veertig jaren lang. In alle ellende die ze tegenkomen (honger, dorst, desillusie, wantrouwen) voorziet God met Zijn goedheid.
Wij lopen mee en komen zo, aan de hand van deze eeuwenoude verhalen, onze eigen uitdagingen tegen. In onze eigen dorre woestijn zien we de ellende van onze tijd in de ogen, maar zoeken we ook naar dat vertrouwen en de hoop op God die ons niet loslaat en ons aanspoort verder te wandelen, met de ogen gericht op de bloeiende tuin van Pasen.
Het woestijnlied
Basiscouplet:
Over de bodem, door ’t diepe dal.
Geloof maar dat het leven winnen zal.
Wij lopen hier door het zware zand
onderweg naar Pasen aan Gods hand.
Refrein:
Woestijn, veertig dagen lang,
reis naar ’t land van Kanaän.
Woestijn, veertig dagen lang.
Eén te worden met Gods plan.
Couplet van zondag 23 maart
Tien goede woorden voor groot en klein,
Gods regels voor de reis door de woestijn.
Hou van de ander, je medemens;
Liefde is Gods allergrootste wens.
Tekst basiscouplet en refrein ontleend aan een gedicht van Marjet de Jong.
Teksten overige coupletten: Henk van ter Meij, bewerkt op melodie door Marlene Erdmann.
De Challenge van 24 – 29 maart