We lezen verhalen over het volk Israël wat zichzelf tegenkomt in de woestijn, veertig jaren lang. In alle ellende die ze tegenkomen (honger, dorst, desillusie, wantrouwen) voorziet God met Zijn goedheid.
Wij lopen mee en komen zo, aan de hand van deze eeuwenoude verhalen, onze eigen uitdagingen tegen. In onze eigen dorre woestijn zien we de ellende van onze tijd in de ogen, maar zoeken we ook naar dat vertrouwen en de hoop op God die ons niet loslaat en ons aanspoort verder te wandelen, met de ogen gericht op de bloeiende tuin van Pasen.
Het woestijnlied
Basiscouplet:
Over de bodem, door ’t diepe dal.
Geloof maar dat het leven winnen zal.
Wij lopen hier door het zware zand
onderweg naar Pasen aan Gods hand.
Refrein:
Woestijn, veertig dagen lang,
reis naar ’t land van Kanaän.
Woestijn, veertig dagen lang.
Eén te worden met Gods plan.
Couplet van zondag 9 en 16 maart
Niks om te drinken, we happen zand.
We schreeuwen: “Mozes waar blijft nou dat land!”
“Stil maar,” zegt God, “vertrouw op Mij, dat mag,”
“Ik geef je drinken, brood voor elke dag.”
Tekst basiscouplet en refrein ontleend aan een gedicht van Marjet de Jong.
Teksten overige coupletten: Henk van ter Meij, bewerkt op melodie door Marlene Erdmann.
De Challenge van 16 maart
Onze uitdaging is om elke dag 2 liter water te drinken. Kun je dit niet opbrengen, probeer dan deze week alleen maar thee en water te drinken (en laat ander drinken/drankjes zoveel mogelijk staan.) De kinderen laten deze week frisdrank en limonade staan.