Tijdens de vesper van woensdag 5 november stonden we stil bij het thema ‘Gekend in leven en sterven’.
In de maand van gedenken en voleinding klonk Psalm 139: ‘Heer, U kent mij, U doorgrondt mij’.
Deze woorden vormden de rode draad door de avond: een besef dat we, met alles wat in ons leeft, gekend zijn – in licht én in donker.
Een bijzonder moment was het voordragen van het gedicht ‘Die mij kent’. Het raakte velen – een zachte bevestiging dat we nooit buiten Gods kennen vallen.
Die mij kent
Die mij kent, die mij weet, in leven en sterven
zoals een moeder om mij heen;
mijn gisteren, mijn vandaag, mijn morgen,
mijn was, mijn zijn, mijn worden.
Kennen neemt alle tijd,
in leven en sterven
heeft kennen geen verleden,
kennen is altijd nu zonder eind.
Die mij kent; mijn eb en vloed, mijn kerend tij,
mijn drijfzand, mijn woestijn, mijn harde grond,
mijn verlangen, mijn gemis, mijn wat-ik-nooit-gevonden-heb.
Kennen neemt alle tijd,
in leven en sterven
heeft kennen geen verleden,
kennen is altijd nu zonder eind.
Henk van ter Meij
