We lezen verhalen over het volk Israël wat zichzelf tegenkomt in de woestijn, veertig jaren lang. In alle ellende die ze tegenkomen (honger, dorst, desillusie, wantrouwen) voorziet God met Zijn goedheid.
Wij lopen mee en komen zo, aan de hand van deze eeuwenoude verhalen, onze eigen uitdagingen tegen. In onze eigen dorre woestijn zien we de ellende van onze tijd in de ogen, maar zoeken we ook naar dat vertrouwen en de hoop op God die ons niet loslaat en ons aanspoort verder te wandelen, met de ogen gericht op de bloeiende tuin van Pasen.
Met vereende krachten hebben gemeenteleden samen met de predikanten de Veertigdagentijd voorbereid. Zo is er een Woestijnlied geschreven, iedere week leest u hiervan het nieuwste couplet. Er is een Verbeelding gemaakt van de woestijn, voor tijdens het kindermoment.
Er zijn toepasselijke liederen gevonden en acclamaties en gebedspunten verzameld. Ook zijn er voor kinderen én volwassenen ‘challenges’ geformuleerd, die passen bij de woestijnverhalen.
Door samen deze uitdagingen aan te gaan, doen we aan vasten: we onthouden onszelf iets om daardoor verrijkt te worden. Doet u mee?
Het woestijnlied
Basiscouplet:
Over de bodem, door ’t diepe dal.
Geloof maar dat het leven winnen zal.
Wij lopen hier door het zware zand
onderweg naar Pasen aan Gods hand.
Refrein:
Woestijn, veertig dagen lang,
reis naar ’t land van Kanaän.
Woestijn, veertig dagen lang.
Eén te worden met Gods plan.
Couplet van zondag 9 maart
Niks om te drinken, we happen zand.
We schreeuwen: “Mozes waar blijft nou dat land!”
“Stil maar,” zegt God, “vertrouw op Mij, dat mag,”
“Ik geef je drinken, brood voor elke dag.”
Tekst basiscouplet en refrein ontleend aan een gedicht van Marjet de Jong.
Teksten overige coupletten: Henk van ter Meij, bewerkt op melodie door Marlene Erdmann.
De Challenge van 9 maart