In deze veertigdagtijd met thema ‘In de woestijn’ schrijft ons gemeentelid Henk van ter Meij iedere week een passend gedicht én hij maakt er een fraaie aquarel bij als verbeelding en ter ondersteuning van de tekst: Woestijnpsalmen. Hieronder tref je iedere week een nieuwe woestijnpsalm en aquarel van Henk aan.
Veel leesplezier toegewenst!
VASTENTIJD
Nu wil ik durven vasten met woorden,
me niet klem eten aan alledaags niets-nieuws,
geen overgewicht van zorgen,
me oefenen woorden binnen te houden,
ze behoedzaam planten in potjes in mijn ziel,
ze alleen buiten zetten,
wanneer ze niet als onkruid woekeren.
Nu wil ik durven
voorzichtig bedachtzaam proeven
van Woorden van Brood
die Hij klaarlegt op zijn vlakke hand.
Gedicht en aquarel: Henk van ter Meij
Een roep, een gebed aan het begin van de reis door de woestijn.
Heer onze Heer, voor zover het oog kan reiken niets
dan asgrijze einder zonder einde
onder een zware paarse lucht,
land waar niets groeit dan vlakke verlatenheid,
waar leegte zich laaft aan leegte.
Heer, zie hier zijn wij,
in deze wereld wonen wij.
Wij kijken elkaar aan;
wie durft de eerste stap te wagen?
Wij kijken omhoog, roepen Uw Naam,
vragen de hoge vogels onze fladderende stemmen
mee te nemen op hun gevleugeld lied.
Open Uw oren, Heer. Houd U niet doof,
geef ons in deze woestijnwereld een hart om U te horen.
Geef ons oren om Uw hart te verstaan.
Wij zetten de eerste
stap
Reminiscere
Psalm 25:6
Dit is dus doortocht, op weg zijn, woestijntijd–
ziedende zon, zinderende wervelwind en
gloeiend zand schroeien ons naakte bestaan.
Wij denken terug aan frisgroene lentedagen
waarop wij vrolijk waren,
aan het land van oases en lome liefde,
land van blauwe luchten en zacht gras,
land van de lieve bries die verdriet verstrooide.
Blauwe luchten kleurden asgrijs,
zacht gras werd scherp als helm
– schuilplaats voor de paarse angstslang –
land van oases bleek een luchtspiegeling.
De goede toekomst ligt trillend op de verre einder
en hemelsbreed geen genade in zicht.
Denkt u niet meer aan onze vriendschap, Heer;
hoe wij samen opliepen in de levenshof,
hoe we samen het lieve leven onder goede woorden brachten,
hoe u onze namen schreef in uw hand,
hoe u die kuste en legde op uw hart?
Denk aan ons, Heer, verdwijn niet in verlaten leegte,
scheur de asgrijze hemel, verjaag de paarse angstslang
en leid ons naar het land dat u belooft.
Gedicht en aquarel: Henk van ter Meij
Oculi
Psalm 25:15
Een gebed met gesloten ogen over wat onze ogen zien.
Heer, de werkelijkheid van deze woestijn
brandt op ons netvlies; een striemende
zandstorm die ons verblindt, een orkaan van haat
met het paarse oog van valse stilte.
Wij knijpen onze ogen dicht.
Het hete zand van machtswellust schrijnt,
ontneemt ons het zicht.
De argusogen van het onrecht, recht dat blind moet zijn
maar dat voor geld een oogje toeknijpt.
De blinde vlekken van de rijken, die uitwaaieren als de duizend
grote ogen van een hoogmoedige pauwenstaart.
Heer, zie wat voor ogen is,
houd uw ogen op ons gericht
en kijk niet weg.
Kijk niet langer weg.
Gedicht en aquarel: Henk van ter Meij
Laetare
Jesaja 66:10
Een lied uit eindige woestijn. Lied van goede toekomst.
Laten wij nu blij zingen
‘Elke woestijn heeft een eind’.
In visioenen
proeven wij water, leven wij groen op;
Concrete dromen,
nieuw heden op vaste grond.
Herstel Jeruzalem, Heer,
stad die alleen in liefde leven kan.
Trek feestkleding aan,
stad die alleen in liefde bloeien kan.
Bruis fonteinen van vreugde,
barre tijden zijn voorbij!
Regen wolken,
laat stromen het recht voor ieder mens!
Onder ons
leeft een droom die alleen daglicht veelt.
Nu ís die droom:
mensen die woestijn ten einde zingen.
Gedicht en aquarel: Henk van ter Meij
Judica
Psalm 43:1
Een roep om recht. Een beroep op Gods rechtvaardigheid.
In deze woestijn van overleven dromen wij weerbarstig over loven,
over laven aan een bron van licht, van levend wervelend water,
over leven dichtbij een God met ogen als een woestijnvalk hoog boven ons.
Heer, wij zijn springmuisjes omsingelt door schorpioenen.
Doe ons daarom recht, o Heer.
Verdelg het gif van macht waardoor wij mensen
met man en muis dreigen te vergaan.
Geef wijze ogen die meer zien dan kijken.
Geef ons wijzen die oog hebben voor wat ze zien
en weigeren weg te kijken.
Heer, buig recht wat krom is,
laat machtigen zich buigen voor wat recht is.
Laat ons weer leven, loven en liefhebben.
Gedicht en aquarel: Henk van ter Meij
Wekelijks sturen we een nieuwsbrief uit om al onze leden en betrokkenen op de hoogte te houden. Geef je op met onderstaand formulier:
Meldingen