Op maandagavond 4 november vond in de Bethlehemkerk een avond met de gemeente plaats. Ongeveer vijftig gemeenteleden waren aanwezig.
De avond begon met het aansteken van de paaskaars, een bijbellezing en gebed. Vervolgens was er ruimte om gevoelens en gedachten te delen over de actuele situatie rond het orgel en de gang van zaken binnen de gemeente. Wat er toen gebeurde vond ik aangrijpend. Zoveel emoties, zoveel onzekerheid, zoveel behoefte tegelijkertijd om samen gemeente te zijn en daar iets moois van te maken. Daarmee samenhangend dan ook: zoveel frustratie over wat er niet lukt of over wat je niet goed begrijpt. Er waren er die teleurgesteld waren en zich overvallen voelden. Anderen benadrukten dat de kerk een bedehuis is en geen opslagruimte. Er was woede. Er was onvrede over de communicatie. Er was geen of weinig vertrouwen in het beleid van de wijkkerkenraad. Men ervoer de plaatsing van het orgel als een overval en vond dat er onvoldoende openheid was geweest over de overwegingen die aan het besluit ten grondslag lagen.
Daarna vertelde Peter den Uil, voorzitter van de kerkenraad, hoe hij ook zelf dit als een heel ingewikkelde en moeilijke situatie ervoer samen met de kerkenraad. Want hij schetste dat er sinds de samenvoeging van de kerken waaruit De Lichtbron is ontstaan, nog een open vraag bestaat over welk kerkgebouw op de lange termijn in gebruik zal blijven. Eén van de opties is dat de Regenboogkerk opnieuw gebruikt zal worden, hetzij door De Lichtbron, hetzij door de gemeente van de Grote Kerk. Daarom blijft het nodig om het orgel uit de Regenboogkerk te behouden, totdat daar een definitieve beslissing over is genomen. Bij de verhuur van de Regenboogkerk was echter bedongen dat het orgel verwijderd moest worden. Dit was zo geregeld door het College van Kerkrentmeesters (CVK). Daarbij was De Lichtbron niet betrokken. De wijkkerkernaad van de Lichtbron heeft in april naar de Algemene Kerkenraad aangegeven dat het orgel het beste in de Regenboogkerk zou blijven staan. In juni bleek dat de Algemene Kerkenraad (AK) en het CVK dat niet mogelijk achtten. Daar werd besloten dat het orgel daadwerkelijk verwijderd moest worden. De Lichtbron moest dat zelf regelen én betalen. De Wijkkerkenraad voelde zich voor het blok gezet. De regie en coördinatie hiervan zijn niet goed gelukt. Er is ook geen sprake geweest van een gezamenlijke aanpak door AK, kerkrentmeesters en wijkkerkenraad. Helder inzicht in kosten en opties was er niet. Nog steeds niet. Uiteindelijk is door de wijkkerkenraad dan maar gekozen voor een tijdelijke en goedkope oplossing: plaatsing in de Bethlehemkerk, later aangepast naar tijdelijke opslag in de rotondezaal. Deze gang van zaken en de pogingen om met elkaar tot besluitvorming te komen hierover leidden tot verdriet en spanning, ook binnen de kerkenraad zelf.
Tijdens het gesprek daarna werden door de gemeenteleden verschillende constructieve voorstellen gedaan voor de toekomst. Er werd gepleit voor betere communicatie, met meer betrokkenheid van de gemeente bij besluitvorming, vooral bij gevoelige kwesties. Er was een pleidooi om het orgel minstens tot 1 januari niet op te bouwen, om de drukke diensten van december en november alle ruimte te geven. Ook werd voorgesteld om offertes op te vragen bij meerdere partijen voor opslag van het orgel, zodat een zorgvuldige en transparante keuze kan worden gemaakt. Er werd in overweging gegeven om bij een volgende gelegenheid ook een gemeentebijeenkomst overdag aan te bieden omdat ouderen in het donker niet meer over straat willen gaan.
Ook werden drie bijeenkomsten aangekondigd in de adventstijd over verlies en hoop. Deze bijeenkomsten zijn er om met elkaar verder te komen in de omgang met gevoelens van verlies, gemis en zorg over de toekomst van de kerk. Met hoop als perspectief. Ten slotte werd opgeroepen tot meer actieve participatie van gemeenteleden in bestuurlijke en uitvoerende taken, aangezien de werkdruk binnen de kerkenraad, het wijkcollege en ook binnen AK en CVK te hoog is. Er is simpelweg te veel te doen.
De avond werd afgesloten met samenzang waarna een gezamenlijke borrel volgde, waarbij velen nog tot laat met elkaar in gesprek gingen. De wijkkerkenraad zal in de vergadering van 13 november ongetwijfeld de uitkomsten van deze avond evalueren en daarna het contact met de gemeente weer zoeken.
In de opkomst en in de veelheid aan emoties zag ik betrokkenheid. Het was een schreeuw om mee te kunnen denken, mee te doen en een teken van oprechte zorgen om de koers van de kerk. Als interim-predikant zie ik het als mijn taak om de gemeente te helpen om zelf emoties, beleid en sturing met elkaar te verbinden. Deze avond heeft voor mij bevestigd dat de Protestantse Gemeente Hilversum, inclusief de wijkgemeente De Lichtbron, veel perspectief heeft. Door het zetten van enkele stappen is het goed mogelijk om vanuit gedeeld geloof te komen tot gezamenlijke koers, samen met alle gemeenteleden, met buitenstaanders en onder regie van wijkkerkenraad en Algemene Kerkenraad. Die stappen gaan we wat mij betreft de komende tijd zetten.
Pieter van Winden, interimpredikant
